De film Kreuzweg is ingedeeld in de staties van de kruisweg die Jezus gaat totdat hij sterft aan het kruis. In de eerste statie in de film zien we een ouderwetse priester, in toog met boordje, te midden van een groepje brave jongeren op de drempel van de puberteit. Hij bereidt hen voor op het heilig vormsel. En hoe! Popmuziek en jazz zijn invloeden van satan, afzien van fijne ervaringen en genietingen is de manier om strijder te worden voor het ware geloof.
Die huiveringwekkende adviezen vallen in vruchtbare aarde bij Maria, de oudste dochter uit een streng-katholiek gezin. Haar jongste broertje, vier jaar oud, kan (of wil?) niet praten. Maria trekt zich zijn lot aan, en is bereid haar leven – aan God – te geven als hij maar gaat praten. In de opeenvolgende staties zien we haar vechten met het leven dat lokt – in de vorm van Christian, die haar zijn vriendschap aanbiedt, het genot van een lekkere boterham, de wens er leuk uit te zien -, maar ook steeds koppiger kiezen voor verzaking en ascese.
De moeilijke relatie met haar strenge, afwijzende moeder helpt daarbij niet om het leven de ruimte te geven. Moeder doet er juist nog wat repressieve schepjes bovenop. Met Christian in een koor gospels zingen? Ben je bedonderd! Terwijl Maria onder haar ogen vermagert tot ze, uitgerekend tijdens het vormsel, flauwvalt, slaagt moeder er niet in van deze ondanks haar gelovigheid rebelse dochter te houden. De arts die ziekenhuisopname nodig acht, krijgt er van langs. Maria moet zich niet aanstellen!
In sterk contrast tot de koude moeder staat de warme au pair die het gezin grappig genoeg blijkt te hebben. Zij combineert een groot geloof met menselijkheid en warmte, neemt Maria in bescherming en probeert haar te overtuigen dat geloven en van het leven genieten elkaar niet hoeven uit te sluiten.
Dat de afloop tragisch is laat zich raden. Het leven is lijden en berouw komt altijd na de zonde. Godsdienstfanatisme in combinatie met mishandeling, het blijkt een dodelijke cocktail.